dinsdag 18 november 2014

Hervey Bay - Fraser Island


Maandagochtend om 2.20 uur had ik mijn volgende bus naar Hervey Bay, dit een rit van 5 uur en zou dus rond 7.40 uur toekomen. Meestal is het minder lang rijden, maar houden de buschauffeurs onderweg een pauze ergens bij een tankstation, in deze rit hadden we een pauze van bijna een uur. In Hervey Bay was er weer courtesy bus voorzien van de hostel die ons naar het Colonial Village Resort YHA bracht.


Ook deze YHA is net zoals Rockhampton vrij rustig en netjes, met mooie kamers. Ik had een 8 persoons-mixed room geboekt en dit is een vrij ruime kamer, met meerdere kastjes als opbergruimte en een eigen badkamer. Enige nadeel was dat ik tot 2 pm moest wachten eer ik kon inchecken, veel kon ik dus niet doen in die tussentijd. Voor 6 dollar kun je in de hostel een fiets huren voor een hele dag (supergoedkoop!), dus dan heb ik maar beslist dit te doen, dan kon ik toch al naar de supermarkt mijn boodschappen gaan doen.

In de namiddag heb ik een fietstocht van zo’n 3 uur gemaakt, eerst de ene kant op, door een mooie villawijk en heel toevallig kwam ik aan een bos uit, met verschillende mtb-routes. Daarna de andere richting uit, een mooi wandel/fietspad gevolgd langs de esplanade.

 
Voor dinsdag (18 nov) had ik de Fraser Explorer Day Tour geboekt. Hierbij kwamen ze mij om 7.30 am vlak voor de hostel oppikken en brachten ze mij met de bus naar de ferry. Op Fraser Island moest ik meteen weer op een 4X4 bus opstappen en reden we dwars door Fraser Island naar het strand. De wegen waren in mul zand en het was dus een erg hobbelige rit. Fraser Island zag er anders uit dan ik had verwacht, ik dacht dat dit vooral duinen was, maar eigenlijk is het eiland ook zo goed als allemaal bos, enkel de wegen zijn in zand. Aangekomen op 75-mile Beach reden we eerst een heel eind richting noorden naar een schipwrak en daarna nog een eind verder naar The Pinnacles (rotsformaties). Wie wou kon voor 75 dollar nog een extra vlucht maken boven het eiland van 15 minuten, maar dat heb ik niet gedaan. Dan hadden we een pauze bij de Eli Creek, waar je een wandeling door de rivier kon maken. Daarna zijn we teruggereden over het strand naar het resort voor onze lunch. De lunch was in de prijs inbegrepen en we mochten onbeperkt van het lunchbuffet eten.

Na de lunch ging de rit in de 4X4 bus verder door de zandwegen naar Central Station, dit is een soort picknick plek in het midden van het eiland met informatieborden, enz. . Daar kregen we ook een korte uitleg tijdens een al even korte bushwalk, waarna we meteen weer verder reden naar Lake Mc Kenzie. Dit is een groot meer met een wit strand en hoewel iedereen het heel erg mooi vond, was ik toch wat teleurgesteld en had ik meer verwacht van Fraser Island. Maar achteraf sprak ik nog met iemand in de hostel die er ook zo over dacht, als je Fraser Island ziet NA The Whitsundays (Whitehavenbeach), dan is Fraser redelijk teleurstellend.

Om 5 pm hadden we dan de ferry terug naar Hervey, waar de bus iedereen terug naar zijn hostel bracht. En na 21 regenloze weken, leek het erop dat ze hier vannacht eindelijk wat regen zouden krijgen.

75-mile Beach



4X4 bus

Eli Creek

Lake Mc Kenzie

 
Op woensdagvoormiddag Reef World Aquarium bezocht, maar dit bleek niet echt de moeite te zijn, en was al zeker zijn $20 niet waard. En aangezien het deze namiddag weer regende, dan maar gebruik gemaakt van de gratis Wifi in de hostel om mijn blog update te houden en wat verdere info op te zoeken over de komende reisbestemmingen.

Morgen is het alweer tijd om deze hostel te verlaten, maar ik heb hier een erg leuke tijd gehad in deze hostel. Heel veel leuke nieuwe mensen leren kennen. Heel wat van de mensen op de dagtrip naar Fraser kwamen uit deze hostel. En op de kamer ook hele fijne mensen en tot laat in de avond reisverhalen uitgewisseld.

zondag 16 november 2014

Magnetic Island - Rockhampton

Dinsdagochtend, 11 november om 9.20 am had ik de Greyhoundbus naar Townsville. De hostel voorziet een gratis shuttle transfer naar de Greyhound bushalte (aan de Marina). En om 2.00 pm waren we al in Townsville. Niet veel later, om 2.15 pm vertrok de ferry naar Magnetic Islands (amper 20 minuutjes op de ferry). En meteen na de ferry was er verbinding met een bus naar Bungalow Bay .

De kamers zijn kleine bungalows (met nadruk op klein) gelegen in een bosrijke omgeving (ook mogelijkheid om te camperen of met camper te stationeren). Hier had ik een 3 persoons-mixed room geboekt, de kamer was zo’n 2,5 op 2,5 meter groot. Net groot genoeg voor 2 bedden langs elkaar met een smal pad tussen en dwars een derde bed boven het hoofdeinde van de twee andere bedden. Geen kast of zelfs plank om iets van bagage op te leggen. Glas in de ramen is er ook niet, enkel vliegengaas, maar toch zit het binnen vol mieren (eigenlijk zit het hele domein hier vol mieren).

Ook in deze hostel moet je je keukengerief lenen ($5 deposit), maar ik ben inmiddels al aan een vork, lepel en mes weten te geraken, dus red ik me zonder.

De eerste avond op Magnetic Islands heb ik The Ford Walk gedaan, hiervoor moet je (zoals voor de meeste andere wandelingen) eerst zo’n 20 minuutjes langs straat wandelen en daarna ga je het bos in. Over de hele wandeling heb ik zo’n 2 uurtjes gedaan.


 

 
 
 
 
 
 
De volgende morgen ben ik vroeg opgestaan en meteen na ontbijt (de keuken opent pas om 6.45 uur) weer op pad vertrokken voor een boswandeling. Vandaag heb ik de oostelijke stranden van het eiland bekeken: Arthur Bay, Florence Bay, Radical Bay en Horseshoe Bay zelf. Het grootste deel van de wandeling loopt over een slecht geasfalteerde weg en de laatste 2 km is een bosweg met een serieuze klim. Wel de moeite waard en mooi wandelen, maar zelfs zo vroeg in de ochtend was het toch al heel erg warm. Je komt op deze wandeling langs enkele mooie kleine stranden, waar je zo goed als alleen bent. Alles samen moet deze wandeling zo’n 9 à 10 km geweest zijn. In Horseshoe Bay ben ik nog even langs de dijk gelopen, maar veel valt er niet te zien. Er is welgeteld één souvenirshop en één winkel met voedingswaren.
 
Verder dan wandelen is er op dit eiland niet veel te doen (tenzij de watersporten, maar daar wou ik nu geen geld meer aan uitgeven), dus ook de volgende dag ben ik op wandel geweest. Met behulp van het infoboekje aan de receptie kun je vrij makkelijk een wandelroute uitstippelen en de routes zijn vrij goed bewegwijzerd. Deze keer ben ik richting het zuiden van het eiland gewandeld, naar Arcadia. In Arcadia heb je een klein strandje Alma Bay en een lang strand Geoffrey Bay waar er een snorkel trail is. De wandeling naar Arcadia is de mooiste wandeling die ik hier gemaakt heb, helaas moest ik ook hier via dezelfde weg terugwandelen (tenzij ik de veel groter wandeling naar Nelly Bay erbij zou nemen).
Alles samen, raad ik Magnetic Islands niet echt aan om te doen. De hostel is alles behalve comfort en er is praktisch niets te zien op dit eiland zelf, op enkele overblijfselen van oorlogsgebouwen na.
 
Vrijdagavond om 7 uur had ik mijn greyhoundbus vanuit Townsville richting Rockhampton, waar ik de volgende ochtend om 6.15 am zou aankomen. Ik had een nachtbus geboekt om zo geen tijd te ‘verspillen’ en omdat ik normaal toch makkelijk slaap op een bus. Normaal, behalve nu dan. Door de airco was het zo koud in de bus dat ik niet in slaap raakte.
Vanaf de greyhound bus stop in Rockhampton was er courtney transfer door YHA Rockhampton met een busje naar de hostel. Daar moest ik nog even wachten omdat de receptie pas om 7.30 am open ging, gelukkig was er wifi en algauw was plots 8 uur. Dus vroeg ik aan de receptie of ik kon inchecken, in mijn gereserveerde 8 persoons-mixed room. Maar omdat het nog zo vroeg was en de anderen in de kamer nog aan het slapen zouden zijn, moest ik nog een uurtje wachten. Dus dik tegen mijn zin nog maar een uur gewacht en tegen 9 uur teruggegaan naar de receptie. En dan zegt ze “ah, ik zal je een andere kamer geven”. Ik kreeg een 4-persoonskamer. Kon ze mij die dan niet direct geven, dan moest ik niet nodeloos een uur zitten wachten.


De kamers zijn wel netjes en vooral de keuken is erg goed en degelijk uitgerust. Het is een rustige hostel, maar wel redelijk ver buiten het centrum gelegen. Zelfs de supermarkt is een behoorlijk eind wandelen.

In de namiddag ben ik te voet naar het centrum geweest (toch een kwartiertje stappen) en langs het water gewandeld. In die straat zijn heel wat oude ‘western’-achtige gebouwen. Daarna ben ik door de winkelstraat gewandeld, maar zowat alle winkels waren gesloten.

Zondagochtend ben ik vroeg vanuit de hostel vertrokken richting Rockhampton zoo en de botanic gardens. Op zondag zijn er geen bussen, dus moest ik te voet, wat een dik uur stappen is. Beide zijn gratis te bezichtigen en wel de moeite waard eens tot daar te gaan. In de Botanic Gardens staan heel wat verschillende boomsoorten van over de hele wereld, met ook een Japanese Garden, Tropical Fruit Garden, enz. In de namiddag zijn er in de zoo voedermomenten door de verzorgers, met o.a. de chimpansees, vogels en koala’s. Ik ben naar die van de koala’s gegaan (3.20pm) en daar kon je ook gratis op de foto met koala en kon je hem strelen. (vergelijking met koalapark in Magnetic Islands: 25 dollar ingang en 16 dollar en plus voor een foto)


 


 

Daarna moest ik dus terug naar de hostel, maar het was verschrikkelijk heet die dag, dus ik zag er al dik tegen op om die hele tocht te voet terug te doen. Na zo’n 5 minuten stappen, passeer ik langs het ziekenhuis en komt er net een vrouw buiten die net gedaan had met werken en te voet naar huis ging. Doordat we net toevallig hetzelfde moment het hek van het ziekenhuis passeerden, raakten we aan de praat en toen ze hoorde hoe ver ik nog te voet terug moest, stelde ze voor om mij te voeren met de auto. Dat aanbod wou ik niet afslaan, dus ik ben meegewandeld naar haar huis, wat amper zo’n 500 meter verder was. Na eerst een fris drankje te hebben gekregen heeft ze me met de wagen tot aan de hostel terug gevoerd, lang leve de Aussies! Ik ben meteen naar mijn kamer gegaan, bikini aangetrokken en een duik in het zwembad genomen.



 

 

 



vrijdag 14 november 2014

The Whitsundays


Airlie Beach is een erg gezellig stadje, met een kleine, maar mooie winkelstraat. En hoewel het ondertussen al november is, is het hier nog relatief rustig, want het hier erg aangenaam maakt. Langs de kust loopt er een mooie 3,5 km lange Bicentennial Walkway, die onder andere langs de Airlie Lagoon passeert. Van oktober tot mei is het verboden om zonder wetsuit in zee te zwemmen omwille van de marine stingers, daarom zijn er 2 afgebakende stukken strand en de Lagoon waar je kunt zwemmen.

Er zijn heel wat bureaus, zowel in de Harobur Rd als The Esplanade, waar je heel wat tours en attracties kunt boeken, ik heb gekozen om de ‘Crocodile Safari’ en de ‘Fly & cruise with ocean rafting & GSL aviation’ te doen.

Op donderdag had ik de Crocodile Safari geboekt, dit is in Proserpine in the Whitsundays marine park. Proserpine is een half uurtje rijden vanaf hier, maar de staff van de safari kwam me met een busje ophalen tot vlak bij de hostel, zodat ik geen extra geld moest uitgeven aan openbaar vervoer. Eerst kregen we een lekkere uitgebreide Aussie BBQ. Daarna was er een tocht van anderhalf uur in een open-air trein door de Goorganga Wetlands met onderweg heel wat interessante uitleg over o.a. het gebruiken van planten door de Aboriginals, de wallaby’s, enz. Daarna was het tijd voor een afternoon tea in ware traditional bushman’s style, nl ‘billy tea and damper’. De thee was gemaakt van bladeren van een boom, maar was nogal smaakloos (ook ondanks de melk en suiker erbij). Damper is een typische Australische outback maaltijd. Het is een soort brood gemaakt in een pot op een kampvuur en was wel erg lekker.


Daarna was er een 2 uur durende boot cruise op de Proserpine River met constant interessante uitleg over krokodillen en andere wildlife die we zagen (krabbetjes, vogels, enz.). In de 14 jaar dat ze dit organiseren en de 1000den boottochten die ze gemaakt hebben, hebben ze amper 10 keer voor gehad geen krokodillen te zien. De kans was dus erg groot dat we er zouden zien. Ook hebben alle grote, volwassen dieren een naam en de eerste krokodil die we zagen was Ruby! Daarna hebben we nog een 10-tal grote en heel wat kleine krokodillen gezien. Na de hele safari brachten ze mij en de andere backpackers dan ook terug met het busje naar Airlie Beach.






Op zaterdag is er een kleine markt aan de marine in Airlie Beach, maar die stelde niet zoveel voor. Daarna heb ik beide rainforest-wandelingen in het centrum van Airlie Beach gedaan. Eerst The Airlie Track, maar dit was een vrij kort en niet echt speciale wandeling. Daarna heb ik een stuk van The Great Whitsunday Walk gedaan, aangezien de wandeling in totaal 27 km is heb ik hem niet volledig gedaan. Hoewel dit een mooi pad is, is het spijtig dat de wandeling niet in een lus loopt, zodoende moest ik dezelfde weg terug nemen. Toch heb je wel een mooi zicht over de haven van aan de start van de wandeling.
Op zondag had ik mijn daguitstap geboekt. Om 7.15 uur kwam de vliegmaatschappij mij ophalen aan de bushalte vlakbij de hostel. We waren met z’n vieren in het vliegtuig. Ik zat op de plek van de co-piloot vooraan in het vliegtuigje. Ik kon bij de boeking kiezen uit 2 vluchten: de Island explorer scenic flight of de Reef and Island scenic flight. Ik koos voor het tweede en deze vlucht duurde een uur en ging eerst boven de eilanden (Hook Island, Border Island, Haslewood Island, Hamilton Island, North Molle Island, Whitsunday Island with Whitehavenbeach, enz.) en daarna boven het Great Barrier Reef (Hook Reef, Line Reef, Hardy Reef en Heart Reef). Doordat het vliegtuig bij zowel Whitehavenbeach als Heart Reef telkens in de 2 richtingen voorbij vloog, had iedereen in het vliegtuig mooi de kans om van alles een mooie foto te maken.



Daarna vlogen we terug naar Whitsundays airport en brachten ze ons met een busje naar de plek waar de oceanrafting plaats vond. Bij het ticket dat ik geboekt had zat alles inbegrepen en werd er voor alles voor je gezorgd. Eerst kreeg ik een gepaste wetsuit en daarna kon ik instappen in de raftingboot. Bij de boeking kon ik kiezen uit 2 verschillende boottochten: een eerste (the northern exposure) was voornamelijk een snorkeltoer met een bezoek aan Hill Inlet en Whitehaven en twee verschillende snorkelplaatsen bij Hook Island en een tweede (the southern lights) bleef iets langer op de stranden en deed maar één snorkelplaats aan bij Border Island of Dumbell Island. Ik had voor ‘the Northern exposure’ gekozen omdat ik van een backpacker-kamergenote had gehoord dat er op die (noordelijke) plekken meer te zien was om te snorkelen.
Het was een heel eind varen, maar de crew hield de fun in de groep en de rafting was ook erg leuk. Eerst voeren we naar Hill Inlet, waar we aan wal gingen en een korte wandeling maakten naar de lookout. Daarna wandelden we verder naar Whitehavenbeach waar we ongeveer anderhalf uurtje konden rondlopen/zwemmen en ik mijn lunch kreeg (zat ook in mijn ticket inbegrepen).
 
 

Daarna voeren we weer een heel eind verder naar onze eerste snorkelplek en nog voor we in het water waren, zagen we al heel wat vissen zwemmen. Zo’n 50-tal minuutjes hebben we daar gesnorkeld alvorens we naar onze tweede snorkelplek gingen.
 

Voor we terug naar Airlie Beach voeren, zijn we nog naar een eiland gegaan die een soort strand vormt middenin de oceaan. En helaas zat de dag er daarna alweer op. Het was zo’n uurtje terugvaren naar Airlie Beach en best wel koud op de boot. Van aan het Coral Resort (waar oceanrafting gelegen is) werd ik ook met een busje terug tot vlak bij mijn hostel gebracht.


 

 

 

dinsdag 21 oktober 2014

Myall Springs

Sinds 6 oktober zit ik op een Australisch biologische farm in Gunnedah, Myall Springs. De tweede dag dat ik hier was, kwam er een televisieploeg langs om een interview af te nemen met de farmer, Matt Carter, in het teken van de biologischa week. De aflevering van Prime 7 News waar ik in voor kom kun je hier bekijken. Enkel het stuk met de schapen en koeien is hier op deze farm gefilmd, de rest niet.


Van links naar rechts zien we op deze foto van de farm eerst het huis van de broer van de farmer, het grote gebouw ongeveer midden in de foto is de woohshed (de plek waar de schapen geschoren worden enzo), het huis meer rechts bovenaan op de foto is het huis van de farmer en het huisje helemaal rechts, een beetje afgezonderd is het huisje waar ik nu woon.

 
Deze week is de farmer en zijn vrouw op reis, dus moest ik de farm een weekje alleen runnen. Elke dag moest ik enkele drinkbakken controleren en de koeien een liksteen (die hier in poedervorm is) gaan geven. Deze hele ronde is tussen de 45 en 50 km lang, dus ik heb er ondertussen al aardig wat km's opzitten op mijn quad.



Deze week heb ik dus niet zoveel werk te doen op deze boerderij, daarom ga ik nog helpen bij de buurman (de broer van de farmer) met het oormerken, castreren en brandmerken van de kalveren. Volgende week worden de kalveren op deze farm gedaan, vorige week hebben we er al zo'n 95 gedaan en we hebben er nog zo'n 350 te gaan.

dinsdag 14 oktober 2014

Update!

Oké, het is ondertussen al even geleden, maar hier ben ik terug met een update van hoe het ondertussen verloopt hier in Australië.
De farm in Warren was eerder een kleine farm en er was dus eigenlijk niet zoveel werk te doen daar, waardoor ik allerlei andere taakjes moest doen, zoals voornamelijk onkruid wieden (niet bepaald de reden waarom ik naar Australië ben gekomen) en dus heb ik die farm na 2 weken verlaten en ben ik naar een farm in Gunnedah gereisd.
Hiervoor moest ik helemaal terug de weg via Sydney nemen (12 uur trein en 6 uur bus) + een overnachting in Sydney. Hoewel Warren en Gunnedah eigenlijk maar iets meer dan 3 uur van elkaar af liggen, maar geen verbinding hebben met openbaar vervoer.
Nu ja, het was de trip wel waard. Want ondertussen zit ik nu al een week op Myall Springs en dit is echt een super mooie farm.

Ondertussen heb ik ook een campdraftwedstrijd bezocht, hierbij moet een ruiter een koe uitkiezen uit een kudde en die daarvan afzonderen. Daarna moet je de koe rond 3 verschillende palen sturen en dit ook binnen een bepaalde tijd.


Afgelopen zaterdag ben ik hier in Gunnedah naar een sheepdogclinic gaan kijken. Voornamelijk allemaal kelpies te zien daar. Echt zonde dat ik niet met mijn kelpjes kon meedoen, hoe dan ook was het superinteressant om de uitleg te horen. Ik heb hier veel opgestoken over het schapendrijven en hoe je je kelpie ervoor moet trainen.

woensdag 24 september 2014

G'day!

Vorige zaterdag dus vertrokken uit Katoomba. Na een uurtje op de trein, kwam ik aan in Lithgow, waar ik verder de bus zou nemen. Ik loop dus naar het loket om mijn ticketje te kopen ... en waar de man aan het loket mij verteld "Oh, maar de bus is volboekt, er is geen plaats meer". Dju, ik al stilletjes aan het vloeken. Dus ik zeg: "Oke, geef mij dan maar een treinticketje naar Dubbo." (dan was ik nog niet terplaatse,maar was ik toch al een stuk dichterbij). Waarop de man vraagt: "voor morgen dan?". 'Euh, nee voor vandaag he" Waarop de man dan weer zegt: "Ah, de trein naar Dubbo is zopas vertrokken, de eerstvolgende trein is morgenochtend!" (Waarop ik bijna een hartaanval kreeg). Dus ik kon ofwel 4 uur op de bus wachten, die normal al volzet zou zijn, of daar overnachting zoeken en pas morgen doorrijden. Aangezien het toch stralend weer was, heb ik dan maar voor het eerste gekozen en mij 4 uur buiten in 't zonnetje gezet en gewacht op de bus ... En gelukkig maar, want ik kon wel degelijk nog op de bus.

Na iets meer dan 5 uur op de bus kwam ik dan eindelijk aan in Warren, mijn bestemming.

Mijn WWOOF-gastgezin bestaat uit een ouder koppel, Fred en Suzan. Het zijn beide typische cowboys, zoals je je een cowboy voorstelt. En ze hebben beide een accent om van achterover te vallen (in momenten begrijp ik geen snars van wat ze zeggen. Nu, na bijna een week, begin het te lukken om de zinnen te ontleden). Fred is ook potdoof wat de communicatie er ook niet makkelijker op maakt.

Mijn dagindeling op de farm gaat ongeveer als volgt:
* 7 uur: opstaan, rustig ontbijten met een kopje thee
* wanneer mijn ontbijt op is, het werk bij de paarden (voeren, in de weide laten ...)
* daarna ben ik gewoonlijk wat vrij, dat ik mag doen wat ik wil.
* tussen 10 en 10.30 uur: tea-time
* dan volgt er gewoonlijk een andere klus (mee de weides gaan controleren, onkruid wieden, auto wassen ...)
* tussen 13 en 14 uur: middagmaal, met daarna een kop thee
* dan weer een klus
* rond 16 uur: afternoon tea
* daarna weer paarden binnen halen, eten geven, water controleren ...
* rond 19 uur: avondmaal, met daarna (je raadt het nooit) een kopje thee
* tegen die tijd is het al serieus donker en afgekoeld en blijven we dus binnen
(p.s. in mijn geval worden die koppen thee vervangen door glazen water)

Maar over het algemeen mag ik kiezen wat ik doe, vb. dinsdag ging Suzan met haar zus naar Dubbo, een grotere stad, en mocht ik kiezen of ik meeging of op de farm bleef, zondag mocht ik kiezen of ik meeging naar de kerk of niet (ik ben meegegaan, maar dat zal ook wel bij die ene keer blijven) ...

En bovendien kan ik zo snel of zo traag werken als ik wil. 's Morgens maakt het niet uit hoe laat ik aan mijn werk bij de paarden begin, zolang het maar gedaan wordt. Dus best wel een chill leventje hier. Ook al is er soms eens een mijnder leuke klus (onkruid wieden), dan denk ik: "Ohja, ik kan toch maar lekker mooi in mijn T-shirt buiten in 't zonnetje werken he ;)

Nog enkele andere weetjes ...
- Ik heb geen telefoonverbinding op de farm, dus vandaar dat ik misschien soms niet antwoord op berichten. En ze zelf ook niet ontvang.
- Internet is enkel in de bib, maar dus geen USB aansluiting, jullie gaan nog een maandje moeten wachten op de farmfoto's.
- In Dubbo, maar vooral hier in Warren lopen heel wat aboriginals rond.
- Warren is echt een typisch outback dorpje, de helft van de auto's die voorbijrijden zijn pick-ups ;et een hond achterin in de bak.
- Die Ozzies leven hier echt superrelaxed (met op tijd en stond een theepauze). En als ze in het dorp komen kent zowat iedereen iedereen en slaan ze ook met iedereen een praatje. (nu zijn Fred en Susan een paard gaan ophalen in Dubbo, dus dat is een uur rijden, minimum een uur kletsen en daarna nog eens een uur terugrijden)

Gezien ik sinds gister serieus verkouden ben geworden en Susan en Fred voor een hele tijd weg zijnm ben ikzelf te voet naar het dorp gewandeld (1 km'tje) naar de apotheek en terwijl ook naar de bib.

Vele groetjes van het nog steeds zonnige (maar afgelopen nacht regenachtige) Australie)

vrijdag 19 september 2014

Blue Mountains

Woensdag was een rustdagje, enkel naar het Frank Walford Park geweest (met de Former Catalina Racing Circuit) en het Katoomba Park, maar deze stelden niet zo heel erg veel voor, die eerste leek trouwens meer op een stuk verwilderd bos met een wandelpad in en een betonnen straat door, die blijkbaar ooit een racecircuit is geweest.

Gisteren, donderdag, heb ik een groot stuk van de Prince Henry Cliff Walk afgewandeld, naar de Katoomba Cascade en Katoomba Fall. Blijkbaar een gebied waar heel veel kaketoes zitten, wat wel mooi was als ze in hele troepen door het gebergte vlogen ...





 
 
's Avonds heb ik nog een stuk langs de Cliff Drive gewandeld, waar je heel wat mooie Lookouts hebt over de Jamison Valley (Blue Mountains), een van de mooiste vond ik de Land Slide Lookout, waar ik toevallig een groep hobby- en professionele fotografen heb ontmoet. En waar één van hen enkele leuke foto's gemaakt heeft voor me:


 
Deze voormiddag (vrijdag, laatste dag in Blue Mountains) ben ik eerst te voet naar Leura gegaan om er de Everglades Garden te bezoeken. Op zich was het wel een mooie tuin, maar nu niet echt zo spectaculair (wat ik toch zou verwachten voor 10 dollar). Bovendien was daar net een trouw aan de gang, dus kwam ik plots middenin een huwelijksceremonie terecht, wat toch een beetje raar is om als backpacker met je rugzak tussen alle gasten die netjes uitgedost en chique gekleed zijn rond te lopen.
 

 
Om terug naar Katoomba te gaan, heb ik weer het Prince Henry Cliff Walk gevolgd (ik begin ondertussen, na 3 dagen stevig stappen in de bergen, gewoon te raken aan al die trappen). En daar had ik het geluk om voor het eerst deze reis een slang te zien, hoewel het was eigenlijk maar een babyslangetje van 10cm, maar goed, een slang is een slang ;) En even verder had ik nog meer geluk zelfs en hoorde ik plots iets ritselen langs de kant van het pad en zag ik een soort van grote egel met lange stekels en een platte neus zitten. Ondertussen heb ik al opgezocht hoe het beest heet, het blijkt een mierenegel te zijn.